Wat bepalen onze emoties en wat zijn hun functies?
Het is onmogelijk om je het leven voor te stellen zonder emoties. Wij koesteren onze gevoelens, de vreugde bij een balspel, het plezier van de aanraking van een geliefde, of het plezier met vrienden op een avondje uit. Zelfs negatieve emoties zijn belangrijk, zoals het verdriet wanneer een geliefde sterft, de woede wanneer een geliefde wordt geschonden, de angst die ons overwint in een enge of onbekende situatie, of de schuld of schaamte naar anderen toe wanneer onze zonden openbaar worden gemaakt. Emoties kleuren levenservaringen en geven die ervaringen betekenis en smaak.
In feite, emoties spelen veel belangrijke rollen in het leven van mensen en zijn het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek in de psychologie voor meer dan een eeuw (Cannon, 1927; Darwin, 1872; James, 1890). Om te onderzoeken waarom emoties belangrijk zijn moeten we eerst de functies ervan begrijpen, dat gaan we doen door dit in drie delen op te splitsen. Het eerste deel betreft de intrapersoonlijke functies van emoties, die verwijzen naar de rol die emoties in ieder van ons individueel spelen. Het tweede deel betreft de interpersoonlijke functies van emoties, die verwijzen naar de rol die emoties spelen tussen individuen binnen een groep. De derde betreft de sociale en culturele functies van emoties, die verwijzen naar de rol die emoties die emoties spelen in de handhaving van de sociale orde en in de samenleving. Al met al zullen we zien dat emoties ons informeren over wie we zijn, hoe onze relaties met anderen zijn en hoe we ons moeten gedragen in sociale interacties. Emoties geven betekenis aan gebeurtenissen, zonder emoties zouden gebeurtenissen slechts feiten zijn. Emoties helpen bij het coördineren van interpersoonlijke relaties. En emotie spelen een belangrijke rol in het culturele functioneren van het bij elkaar houden van menselijke samenlevingen.
Intrapersoonlijke functies van emoties
- Emoties helpen ons om snel te handelen met een minimaal bewustzijn.
Emoties zijn snelle informatie verwerkende systemen die ons helpen om met minimale denkkracht te handelen (Tooby & Cosmides, 2008). Problemen in verband met geboorte, strijd, dood en verleiding hebben zich in de loop van de evolutionaire geschiedenis voorgedaan en emoties zijn geëvolueerd om mensen te helpen zich snel en met minimale bewuste cognitieve interventie aan te passen aan die problemen. Als we geen emoties hadden, konden we niet snel beslissingen nemen over het al dan niet aanvallen, verdedigen, vluchten, zorgen voor anderen, voedsel afwijzen of iets nuttigs benaderen, die allemaal functioneel adaptief waren in onze evolutionaire geschiedenis en ons helpen om te overleven. Het drinken van bedorven melk of het eten van rotte eieren heeft bijvoorbeeld negatieve gevolgen voor onze welzijn. De emotie van afschuw helpt ons echter onmiddellijk actie te ondernemen door ze niet in te nemen of door ze uit te braken. Deze reactie is adaptief omdat het uiteindelijk bijdraagt aan onze overleving en ons in staat stelt om onmiddellijk te handelen zonder veel na te denken. In sommige gevallen is het nemen van de tijd om te zitten en rationeel na te denken over wat te doen, het berekenen van de kosten-batenverhouding in je hoofd, is een luxe die je het leven kan kosten. Emoties evolueerden zodat we kunnen handelen zonder die diepgang van denken.
- Emoties bereiden het lichaam voor op onmiddellijke actie
Emoties bereiden ons voor op gedrag. Wanneer getriggerd, orkestreren emoties systemen zoals perceptie, aandacht, conclusies maken, leren, geheugen, doelkeuze, motivatieprioriteiten, fysiologische reacties, motorisch gedrag en gedragsbeslissingen (Cosmiders & Tooby, 2000; Tooby en Cosmides, 2008). Emoties activeren tegelijkertijd bepaalde systemen en deactiveren andere om de chaos van concurrerende systemen die tegelijkertijd opereren te voorkomen, waardoor gecoördineerde reacties op omgevingsstimuli mogelijk worden (Levenson, 1999). Als we bijvoorbeeld bang zijn schakelt ons lichaam tijdelijk onnodige spijsverteringsprocessen uit, met als gevolg dat er minder speeksel nodig is (een droge mond); het bloed stroomt evenredig veel naar de onderste helft van het lichaam; het gezichtsveld breidt zich uit; en er wordt lucht ingeademd, wat het lichaam allemaal voorbereidt om te vluchten. Emoties leiden tot een systeem van componenten dat subjectieve ervaring, expressief gedrag, fysiologische reacties, actieplanningen en cognitie omvat, dit alles ten behoeve van specifieke acties; de term “emotie” is, in werkelijkheid een metafoor voor deze reacties.
Een veelvoorkomend misverstand dat veel mensen hebben als ze aan emoties denken, is echter de overtuiging dat emoties altijd direct tot actie moeten leiden. Dit is zeker niet waar. Emotie bereidt het lichaam zeker voor op actie, maar of mensen daadwerkelijk in actie komen hangt af van vele factoren, zoals de context waarin de emotie zich heeft voorgedaan, het doel van de emotie, de waargenomen gevolgen van het handelen, eerdere ervaringen, enzovoort. Emoties zijn dus slechts één van de vele, zij het belangrijke, determinanten van gedrag.
- Emoties beïnvloeden gedachten
Emoties zijn ook verbonden met gedachten en herinneringen. Herinneringen zijn niet alleen feiten die gecodeerd zijn in onze hersenen; ze zijn gekleurd met de emoties die we op dat moment voelden (Wang & Ross, 2007). Emoties dienen dus als de neurale lijm die verschillende feiten in onze geest met elkaar verbindt. Daarom is het gemakkelijker om gelukkige gedachten te onthouden als ze gelukkig zin, en boze tijden als ze boos zijn. Emoties dienen als de affectieve basis van veel houdingen, waarden en overtuigingen die we hebben over de wereld en de mensen om ons heen, zonder emoties zouden die houdingen, waarden en overtuigingen gewoon verklaringen zonder betekenis zijn, en emoties geven die verklaringen betekenis. Emoties beïnvloeden onze denkprocessen, soms op constructieve wijze, soms niet. Het is moeilijk om kritisch en helder te denken als we intense emoties voelden, maar makkelijker als we niet overspoeld worden door emoties (Matsumoto, Hirayama & LeRoux, 2006).
- Emoties motiveren toekomstig gedrag
Omdat emoties ons lichaam voorbereiden op onmiddellijke actie, gedachten beïnvloeden en voelbaar zijn, zijn ze belangrijke drijfveren voor ons toekomstig gedrag. Velen van ons streven ernaar om de gevoelens van tevredenheid, vreugde, trost of triomf in onze prestaties te ervaren. Tegelijkertijd werken we ook heel hard om sterke negatieve gevoelens te vermijden; als we bijvoorbeeld eenmaal de emotie van walging hebben gevoeld bij het drinken van de bedorven melk, werken we over het algemeen heel hard om te voorkomen dat we die gevoelens weer terugkrijgen (bijvoorbeeld door de vervaldatum van de melk te controleren voordat we de melk kopen of drinken, de melk te ruiken voordat we hem drinken, te kijken of de melk klontert in iemands koffie voordat we hem drinken). Emoties beïnvloeden dus niet alleen de onmiddellijke acties, maar ook een belangrijke motivatie voor toekomstig gedrag.
Interpersoonlijke functies van emoties
Emoties komen zowel mondeling tot uitdrukking in woorden als non-verbaal in gelaatsuitdrukkingen, stemmen, gebaren, lichaamshoudingen en bewegingen. We drukken voortdurend emoties uit in interactie met anderen, en anderen kunnen die emotionele uitingen betrouwbaar beoordelen (Elfenbein & Ambady, 2002; Matsumoto, 2001); emoties hebben dus een signaalwaarde voor anderen en beïnvloeden anderen en sociale interacties. Emoties en hun uitdrukkingen communiceren informatie naar anderen over onze gevoelens, intenties, relatie met het doelwit van de emoties en de omgeving. Omdat emoties deze communicatieve signaalwaarden hebben, helpen ze sociale problemen op te lossen door reacties van anderen op te roepen, door de aard van interpersoonlijke relaties te signaleren en door stimulansen te geven voor gewenst sociaal gedrag (Keltner, 2003).
- Emotionele uitingen vergemakkelijken specifiek gedrag in waarnemingen
Omdat gezichtsuitdrukkingen van emoties universele sociale signalen zijn, bevatten ze niet alleen betekenis over de psychologische toestand van de expressor, maar ook over de intentie en het daaropvolgende gedrag van die persoon. Deze informatie heeft invloed op wat de waarnemer waarschijnlijk zal doen. Mensen die angstige gezichten observeren, bijvoorbeeld, hebben meer kans op benadering gerelateerd gedrag te produceren, terwijl mensen die boze gezichten observeren meer kans hebben om vermijding gerelateerd gedrag te produceren (Marsh, Ambady & Kleck, 2005). Zelfs sub minimale presentatie van de glimlach produceert een toename van de hoeveelheid drank die mensen schenken en consumeren en hoeveel ze bereid zijn te betalen voor het; presentatie van boze gezichten vermindert dit gedrag (Winkielman, Berridge, & Wilbarger, 2005). Ook emotionele uitdrukkingen roepen specifieke, complementaire emotionele reacties op van waarnemers; zo roept woede bijvoorbeeld angst op bij anderen (Dimberg & Ohman, 1996; Esteves, Dimberg, & Ohman, 1994), terwijl verdriet sympathie en hulp oproept.
- Emotionele uitingen zijn een signaal voor de aard van de interpersoonlijk relaties
Emotionele uitingen geven informatie over de aard van de relaties tussen de interacterende personen. Een aantal van de belangrijkste en meest provocerende bevindingen op dit gebied zijn afkomstig uit studies met echtparen ((Gottman & Levenson, 1992; Gottman, Levenson, & Woodin, 2001). In dit onderzoek bezochten echtparen een laboratorium na elkaar 25 uur lang niet gezien te hebben, en voerden vervolgens intieme gesprekken over dagelijkse gebeurtenissen of conflicten. Discrete uitingen van minachting, vooral door de mannen, en walging, vooral door de vrouwen, voorspelden later huwelijksontevredenheid en zelfs scheiding.
- Emotionele uitdingen bieden stimulansen voor gewenst sociaal gedrag
Gezichtsuitdrukkingen van emoties zijn belangrijke regulatoren van sociale interactie. In de ontwikkelingsliteratuur is dit concept onderzocht onder het concept van sociale refereren (Klinnert, Campos & Sorce, 1983), dat wil zeggen het proces waarbij kinderen informatie van anderen opzoeken om een situatie op te helderen en die informatie vervolgens gebruiken om te handelen. De sterkste demonstratie van sociale refereren tot nu toe is het werk op de visuele klif. In de eerste studie die dit concept onderzocht, plaatsen Campos en collega’s (Sorce, Emde, Campos & Klinnert, 1985) moeders op het uiterste puntje van de “klif” van het kind. De moeders glimlachten eerst naar de baby’s en plaatsen een speeltje bovenop het veiligheidsglas om hen aan te trekken; baby’s begonnen steevast naar hun moeders te kruipen. Toen de baby’s in het midden van de tafel zaten, gaf de moeder echter een uitdrukking van angst, verdriet, woede, interesse of vreugde. De resultaten waren duidelijk verschillend voor de verschillende gezichten; geen enkel kind stak de tafel over als de moeder angst toonde; slechts 6% stak de tafel over als de moeder boos was, 33% als de moeder verdriet had en ongeveer 75% wanneer de moeder een gezicht van vreugde of interesse maakte.
Andere studies bieden vergelijkbare ondersteuning voor gezichtsuitdrukkingen als regelgevers van sociale interactie. In één studie (Bradshaw, 1986), onderzoekers maakten gezichtsuitdrukkingen van neutrale, woede of walging naar baby’s als ze zich naar een object verplaatste en hebben de hoeveelheid afremming gemeten wanneer de baby’s in aanraking kwamen met het object. De resultaten waren voor 10- en 15-maanden-jarigen waren hetzelfde: boosheid veroorzaakte de grootste remming, gevolgd door walging, met het minst neutraal. Deze studie werd later herhaald (Hertenstein & Campos, 2004) met behulp van vreugde en afschuwelijke uitdrukkingen, waarbij de methode werd gewijzigd zodat de baby’s het speelgoed pas na een uur na blootstelling aan de uitdrukking mochten aanraken (in vergelijk met een afleidend voorwerp). Op 14 maanden oude, beduidend meer zuigelingen raakten het speelgoed aan toen ze vrolijke uitdrukkingen zagen, maar minder raakten het speelgoed aan toen de zuigelingen walging zagen.
Sociale en culturele functies van emoties
Als je stilstaat bij veel dingen die we in ons dagelijks leven als vanzelfsprekend beschouwen, kunnen we niet anders dan tot de conclusie komen dat het moderne menselijk leven een kleurrijk tapijt is van vele groepen en individuele levens die op een complexe maar functionele manier met elkaar verweven zijn. Als je bijvoorbeeld honger hebt, kun je naar de plaatselijke kruidenierswinkel gaan en wat eten kopen. Ooit gestopt om na te denken over hoe je dat kunt doen? Je zou een banaan kunnen kopen die geteeld is op een veld in Zuidoost-Azië dat daar door boeren wordt opgekweekt, waar ze de boom hebben geplant, verzorgd en de vruchten hebben geplukt. Waarschijnlijk gaven ze dat fruit af aan een distributieketen die het mogelijk maakte dat meerdere mensen ergens gereedschap zoals kranen, vrachtwagens, laadbakken, schepen of vliegtuigen konden gebruiken om die banaan naar je winkel te brengen. De winkel had mensen die voor die banaan moesten zorgen totdat je hem kwam halen en met je geld ruilde. Het kan zijn dat je in de winkel bent beland op een voertuig dat ergens anders in de wereld door andere geproduceerd werd, en je droeg waarschijnlijk kleding die ergens anders door andere mensen geproduceerd was.
Het sociale leven van de mens is dus complex. Individuen zijn lid van meerdere groepen, met meerdere sociale rollen, normen en verwachtingen, en mensen bewegen zich snel in en uit de verschillende groepen waarvan ze lid zijn. Bovendien is een groot deel van het sociale leven van de mens uniek omdat het draait om steden, waar veel mensen met verschillende achtergronden samenkomen. Dit creëert het enorme potentieel voor sociale chaos, die gemakkelijk kan ontstaan als individuen niet goed gecoördineerd worden en relaties niet systematisch georganiseerd worden.
Een van de belangrijke functies van cultuur is het zorgen voor deze noodzakelijke coördinatie en organisatie. Hierdoor kunnen individuen en groepen onderhandelen over de sociale complexiteit van het sociale leven van de mens, waardoor de sociale orde wordt gehandhaafd en sociale chaos wordt voorkomen. Cultuur doet dit door haar leden een zingevings- en informatiesysteem te bieden, dat gedeeld wordt door een groep en over de generaties heen wordt doorgegeven, dat de groep in staat stelt te voorzien in de basisbehoeften van overleven, geluk en welzijn na te sterven en zingeving te ontlenen aan het leven (Matsumoto & Juang, 2013). Cultuur is wat het mogelijk maakte dat de banaan uit Zuidoost-Azië op uw tafel verscheen.
De culturele overdracht van het betekenis- en informatiesysteem aan haar leden is daarom een cruciaal aspect van cultuur. Een van de manieren waarop deze overdracht plaatsvindt is door de ontwikkeling van wereldbeelden (waaronder houdingen, waarden, overtuigingen, en normen) die gerelateerd zijn aan emoties (Matsumoto & Hwang 2013). Wereldbeelden gerelateerd aan emoties bieden richtlijnen voor wenselijke emoties die normen voor het reguleren van individueel gedrag en interpersoonlijke relaties mogelijk maken. Onze culturele achtergronden vertellen ons welke emoties ideaal zijn om te hebben en welke niet (Tsai, Knutson & Fung, 2006). De culturele overdracht van informatie met betrekking tot emoties gebeurt op vele manieren, van kinderopvoeders naar kinderen, maar ook van de culturele producten die in onze wereld beschikbaar zijn, zoals films, advertenties en dergelijke.
Culturen informeren ons ook over wat we met onze emoties moeten doen, dat wil zeggen, hoe we ze moeten beheren of aanpassen, wanneer we ze ervaren. Een van de manieren waarop dit gebeurt is door het beheer van onze emotionele uitingen door middel van culturele tentoonstellingsregels (Friesen, 1972). Dit zijn de regels die al vroeg in het leven worden aangeleerd en die het beheer en de aanpassing van onze emotionele uitingen aan de sociale omstandigheden specifiëren. Zo leren we dat “grote jongens niet huilen” of lachen om de grappen van de baas, ook al zijn ze niet grappig. Door het beïnvloeden van de manier waarop individuen hun emoties uitdrukken, beïnvloedt de cultuur ook de manier waarop mensen ze ervaren.
Omdat een van de belangrijkste functies van cultuur het handhaven van de sociale orde is om de groepsefficiëntie en dus het overleven te waarborgen, creëren culturen wereldbeelden, regels, richtlijnen en normen met betrekking tot emoties omdat emoties belangrijke intra- en interpersoonlijke functies hebben, zoals hierboven beschreven, en belangrijke drijfveren van gedrag zijn. Normen met betrekking tot emoties en de regulering ervan in alle culturen dienen het doel om de sociale orde te handhaven. Culturele wereldbeelden en normen helpen ons om onze emotionele reacties ( en dus gedrag) te beheren en aan te passen door ons te helpen bepaalde emotionele ervaringen op te doen en door onze reacties en het daaropvolgende gedrag te beheersen als we die eenmaal hebben. Door dit te doen, kunnen onze culturen, zo de sociale complexiteit te verminderen en de sociale orde te vergroten om sociale chaos te vermijden. Dit alles stelt ons in staat om relatief harmonieus en constructief in groepen te leven. Als er geen culturele wereldbeelden en normen voor emoties zouden bestaan, zouden mensen gewoonweg op hol slaan met allerlei emotionele ervaringen, het uiten van hun emoties en zich vervolgens gedragen op allerlei onvoorspelbare en potentieel schadelijke manieren. Als dat het geval zou zijn, zou het voor groepen en samenlevingen heel moeilijk zijn om effectief te functioneren, en zelfs voor mensen om te overleven als een soort, als emoties niet op cultureel bepaalde manieren gereguleerd zouden worden voor het algemeen, sociaal welzijn. Emoties spelen dus een cruciale rol in het succesvol functioneren van elke samenleving en cultuur.
Maak jouw eigen website met JouwWeb